• Leerlijn Onder 8

    Hoofddoel: Deze leeftijdscategorie is per definitie verliefd op de bal en kan doelgericht leren handelen met de bal. Waar moet je nog meer rekening mee houden?

    Leeftijdskenmerken:

    1. Wil spelen                                                       6. Plaatje zegt meer dan 1000 woorden
    2. Wil graag de bal hebben                                   7. Duidelijkheid en kleine veranderingen doorvoeren
    3. Is gericht op zichzelf                                        8. Heeft behoefte aan aandacht en geborgenheid
    4. Spelregels worden al duidelijker                        9. Gemengd voetballen
    5. Weinig geduld en snel afgeleid

    Kenmerken speler/speelster S.V. Nieuwleusen  PLEZIER EN INITIATIEF staat bovenaan in deze leeftijdscategorie.

    Opbouw in opleiding

    Voor deze spelers/speelsters zijn een paar doelstellingen noodzakelijk;

    •       Teamsport, trainen (2 keer per week), wedstrijden (fasemodel KNVB)
    •        Het “de baas” worden over de bal – zie SKILLS bouwstenen onderbouw
    •        Leren omgaan met de weerstanden in het spel (de bal, het veld, de tegenstander, spelregels)

     Oefenstof (leerlijn 08 VTON)

    •         Dribbelen: Links en rechts, binnen-/buitenkant, tippen
    •         Afkappen van de bal: Links en rechts/binnenkant voet + buitenkant voet
    •         Schieten: Links en rechts/binnenkant voet
    •         Aanname van de bal: Links en rechts/binnenkant voet en wreef
    •         Passeerbeweging (schaar links/rechts, sleep, afrolbeweging links/rechts)
    •         Kappen en draaien (binnen-/buitenkant, overstap, afdraaibeweging, tik tak)
    •         Motoriek: ASM (Gaan en lopen, trappen, schieten en mikken, gooien, vangen, slaan en
              mikken, balanceren en vallen, ladder oefeningen)
    •         Partijspelen: Kleine teams, kleine velden, pupillen goals  (veel 1:1 spelsituaties)

     Voetbaltermen

    •         Dribbelen
    •         Gaan scoren = aanvallen
    •         Binnen 5 seconden de bal afpakken = omschakelen
    •         Probeer een doelpunt te voorkomen = verdedigen
    •         Wisselen = wissel met een andere speler/speelster

    Coachen

    De rol van de trainer is belangrijk, positief coachen, laat kinderen ontdekken (vragen stellen aan de spelers/speelsters).  Blijven motiveren, simpel woordgebruik, helpend gedrag voor, tijdens en na de training en wedstrijd. Individuele aandacht. Ruimte laten voor de eigen ontwikkeling van de speler als individu. Vraag spelers of ze de uitleg begrijpen.

    Coachtermen:

    •        Als zij de bal hebben; “Probeer de bal weer af te pakken binnen 5 seconden”
    •        Als wij de bal hebben; “Probeer een doelpunt te gaan maken”, stimuleer acties 1 tegen 1
    •        Als je géén bal hebt; blijf in beweging en vraag om de bal
    •        Na de wedstrijd elke speler/speelster complimenten geven over de inzet op het veld en wat je hebt
             gezien. (denk aan de voetbaltermen/oefenstof die is behandeld)